Hangende Friese kortstaartklok met scheepjes. Ca 1820.

Kortstaart met gaandwerk, dubbel slagwerk en wekkerwerk.

De eiken kast met korte staart is een korte versie van de Friese staartklok, die in de volksmond ook wel dikkop wordt genoemd. De beschilderde ijzeren wijzerplaat is met Romeinse cijfers. De messing wijzers geven de tijd aan. Boven in de wijzerplaat zijn twee bewegende scheepjes, twee kotters en bewegende golven. De geschilderde schelpen flankeren de cijferring. Drie fraaie tollen staan op de kap. Op de schuif zit een rond slingervenster zonder loden ornament wat duidt op een vroege uitvoering van deze kortstaart. De breedte van de kast is 38 cm, de hoogte is 110 cm en de diepte 24 cm. Het slagwerk heeft een dubbele slag, op de kwartieren slaat ze één maal en op de uren en halve uren voluit op twee verschillende bellen. Het wekker mechanisme wordt door de twee voorste kleine gewichten aangedreven. Het uurwerk heeft een loopduur van 24 uur.